Dierenbeleid kinderboerderij de Sik.
De intrinsieke waarde van een dier en de beschikbare ruimte, kennis en budget zijn bepalend voor het aantal dieren dat wij houden. Door zorgvuldig, maar ook bedrijfsmatig afwegingen te maken, worden onze dieren de verzorging, huisvesting en omstandigheden geboden die nodig zijn voor een prettig, soorteigen leven. Zodoende is er sprake van een uitgebalanceerd dierenbestand.
Huisvesting
Wij bieden onze dieren gepaste huisvesting. Als minimumnorm hanteren wij de richtlijnen van het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (www.licg.nl) en de Positieflijst voor gezelschapsdieren. Uitgangspunt is dat te allen tijde er eerst diergericht wordt gedacht en pas daarna mensgericht.
Onze dierverblijven zijn schoon, heel en veilig, en zo ingericht dat de dieren hun soorteigen, natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Er is voldoende ruimte om te bewegen. Dieren kunnen zoveel mogelijk naar buiten. Er kan comfortabel gelegen en gerust worden. De dieren kunnen zich terugtrekken als zij geen contact met mensen wensen; schuilgelegenheden zijn niet toegankelijk voor bezoekers. Zowel binnen als buiten bieden wij bescherming tegen weersomstandigheden en roofdieren. Verlichting is niet hinderlijk en komt tegemoet aan de lengte van de dagen en het bioritme van het dier. Al onze dieren hebben de mogelijkheid naar buiten te gaan. Bezoekers zijn niet toegestaan in de dierverblijven zelf.
De komende jaren zal er worden geïnvesteerd in beter en hoger hekwerk, vervanging van daken en onderhoud aan de stallen.
Groepsdieren leven samen
Dieren die van nature groepsdieren zijn, worden samen met soortgenoten gehouden. Daarbij houden wij rekening met onderlinge familie- en vriendschapsbanden.
Indien het koppelen aan een soortgenoot onverhoopt niet mogelijk blijkt, wordt het dier de huisvesting geboden die voldoet aan de soorteigen behoeften. Er geldt dan een uitsterfbeleid.
Gedragsverrijking
Wij bieden onze dieren gerichte gedragsverrijking aan. Dit wordt bereikt door sociale interactie met soortgenoten, omgevingsverrijking, fysiek verrijkingsmateriaal, voedselverrijking, et cetera.
Aanschaf- en opvolg beleid
Wij houden ons aan de wet- en regelgeving over welke dieren wel en niet gehouden mogen worden in Nederland.
Het bestuur van de kinderboerderij heeft als doelstelling uitsluitend dieren te houden die passen op de kinderboerderij. Het moeten dieren zijn die kinderen niet afschrikken, echter uitdagend, lief en betrouwbaar zijn.
Momenteel hebben wij een flink aantal dieren die op onze kinderboerderij van hun pensioen mogen genieten. De meeste dieren zijn hier geboren en mogen tot hun einde hier blijven. Maar net zoals bij mensen komt ook bij dieren de ouderdom met gebreken. Ze lopen soms stram en/of mank. Hun vacht is minder mooi. Het hoort er allemaal bij. Hun welzijn wordt nauwlettend in de gaten gehouden door een ervaren dierenverzorgster en de veearts.
Per september 2023 wordt op onze kinderboerderij niet meer met de dieren gefokt. Per soort dier en per weide streven wij naar een maximaal aantal dieren zodat alle dieren een schuilplek hebben en wij de dieren financieel kunnen onderhouden.
Mochten wij het diersoort aan moeten vullen dan kopen wij de dieren bij andere opvangcentra. Wij verhuren geen dieren en lenen deze ook niet uit.
Dieren die (on)gevraagd worden afgegeven
De Sik is geen opvang van dieren die worden afgegeven of ongevraagd worden achtergelaten door particulieren. Wij geven hiermee het signaal af dat het kiezen voor een huisdier zorgvuldig dient te gebeuren. De zogenaamde ‘dumpdieren’ worden opgehaald door de aangewezen opvangorganisaties of de dierenambulance. Afstandsdieren worden in beginsel niet aangenomen; eigenaren worden verwezen naar de betreffende opvangorganisaties.
Wij verwijzen particulieren die een dier komen brengen naar de relevante opvangorganisaties.
Vakbekwaam personeel
Belangrijk is de goede samenwerking tussen de dagbesteding en de vrijwilligers dierenverzorging om de juiste verzorging voor zeven dagen in de week te waarborgen. Er is altijd sprake van een duidelijke organisatie waar de eindverantwoordelijkheid voor de dieren door een vakbekwaam persoon of personen geborgd wordt. Wij hebben nauw contact met dierenartsen met vakkennis over onze diergroepen.
Er is een jaarschema waarin aangegeven is wanneer de dieren (medische) verzorging nodig hebben (vaccinaties, tanden, hoeven, et cetera).
Voorbeeldfunctie
Wij geven aan onze bezoekers het goede voorbeeld over het houden van dieren, door het bewustzijn te vergroten van de intrinsieke waarde van een dier, het soorteigen gedrag en de waarde die een dier heeft voor de mens. Dit uitgangspunt bepaalt tevens de inhoud van onze voorlichting en ons educatieve aanbod.
Over drie jaar willen wij in de zomermaanden een maandelijks educatieve middag organiseren waarin steeds 1 dier centraal staat.
Wij geven uitleg over de dieren en hun natuurlijke leefwijze. Kinderen mogen soms helpen met de verzorging (educatie). Dieren die op mensen afkomen mogen geaaid worden. Dieren plagen of er achteraan rennen is niet toegestaan. Dieren eten geven is nooit toegestaan.
UITGANGSPUNTEN NAAR DIERGROEP
Soort | groepsdier | hoeveel | solitair | behoeften | verrijking | bezoekers | Voeren | vervanging |
Konijnen | ja | 14 | Alleen ram | Samen | ja | kijken | alleen onder begeleiding | Na sterfte |
Katten | nee | 6 | nee | kijken / aaien | alleen onder begeleiding | Na sterfte | ||
Cavia’s | ja | 4 | Samen | ja | kijken | alleen onder begeleiding | Na sterfte | |
Hamsters | nee | 2 | Schuilmogelijkheid, loopwiel | ja | kijken | alleen onder begeleiding | Na sterfte | |
Geiten/Bokken | ja | 10 | Indien niet gecastreerd | Samen | ja | kijken | Nee | Na sterfte |
Dwerggeiten/bokken | ja | 16 | Indien niet gecastreerd | Samen | ja | kijken | Nee | Na sterfte |
Schapen | ja | 8 | Samen | ja | kijken | Nee | Na sterfte | |
Varkens | ja | 3 | Samen | ja | kijken | Nee | Na sterfte | |
Hanen / Kippen | Ja | 14 | Samen | ja | kijken | alleen onder begeleiding | Na sterfte |
In het kader van educatie kunnen kinderen onderbegeleiding van 1 van de verzorgers mee om 1 of meerdere diersoorten te voeren. Dat geldt niet voor de schapen, varkens, (dwerg)geiten en bokken